
Gisterochtend, net voor de regen aan haar offensief begon, zag ik mijn laatste zomerroos, zwaar van het gewicht van de nacht, naar beneden hangen. Zoals ze daar neerboog, zag ze er een beetje smoezelig uit, vond ik. Maar toen ik haar voorzichtig met haar doornen tussen mijn vingers op mijn handpalm legde, zag ik hoe mooi ze was.
Haar schoonheid raakt me telkens weer… mijn Augusta Luise, een Engelse roos. Het parfum dat ze verspreid is gewoon een en al zaligheid. Ik was totaal verkocht toen ik haar de eerste keer zag.
De nuances in kleur, roze, zalmkleur, een tikkeltje zacht rood, hier en daar iets dat een beetje naar lichtgeel neigt… fantastisch. Alles loopt zacht en vloeiend in elkaar over. Ze betovert me.
Ze maakt mijn dag goed.

Wanneer ik ze teder in mijn handen hou en mijn blik over haar lijnenspel van randen laat dwalen, wanneer ik bijna verdrink in de sensuele dieptes, om even verder opgetild te worden naar een gebogen heuvelruggetje, word ik gelukkig. Ik verdwaal in het bijna abstracte landschap van een roos.
Ze doet me denken aan Georgia O’Keeffe, een Amerikaanse kunstenares, die heel vaak bloemen schilderde.
Mijn Augusta Luise, ze houdt me in haar ban, ze houdt mijn aandacht vast, ze laat me kijken, ze laat me zien. Dan denk ik wel eens, ik ga ze schilderen… zoals ik ze ervaar… vol sensualiteit, vol gevoel… er zit zelfs een vleugje erotiek in…
Ik heb zoveel tijd nodig om haar in me op te nemen, dat ze wellicht totaal verwelkt zou zijn, als ik klaar ben om mijn eerste borstelstreek op doek te zetten.
En dan nog weet ik niet of ik haar de eer zou kunnen geven die haar toekomt…
Tenslotte ben ik ook Georgia O’Keeffe niet.
Ik ga gewoon genieten van dit prachtig juweeltje dat de natuur me geschonken heeft.
Heel dankbaar zijn dat ik dit mag zien.
Een rustpunt, een tikkeltje troost, op een verregende nazomerdag.
Fijne maandag.
Dikke knuffel.
❤️